Inleiding

In dit hoofdstuk word beschreven hoe de celmembraan opgebouwd is en welke processen een rol spelen bij het transport van stoffen in en uit de cel.

 

De celmembraan bestaat uit vetten ook wel lipiden genoemd. Specifiek uit een speciale lipide namelijk fosfolipide, dit is een lipide met een fosfaatgroep. Lipiden hebben een bijzondere chemische eigenschap. Zij bezitten waterminende (hydrofiele) en waterafstotende (hydrofoob) delen.

Drie verschillende transport mogelijkheden

  • Diffusie (is het bewegen van moleculen van een gebied met een hoge concentratie naar een gebied met lage concentratie, tot in beide gebieden de concentratie gelijk is)

Snelheid is afhankelijk van: temperatuur, moleculemassa, concentratie, diffusieoppervlak en afstand

  • Osmose (is diffusie van water door een semi-permeable membraan zonder dat de in het water opgeloste stoffen mee kunnen diffunderen. Bij osmose haat het water altijd naar de kant met de hoogste concentratie opgeloste deeltjes)
  • Actief transport

 

 

Processen die rol spelen bij het transport van stoffen kort samengevat

  • De celmembraan is halfdoorlaatbaar of semi-permeable
  • Gassen passeren de celmembraan door middel van diffusie
  • Water passeert de celmembraan door osmose
  • Bepaalde stoffen kunnen met behulp van carriers en energie de celmembraan passeren
  • Grote moleculen vloeistofdruppeltjes en vaste deeltjes passeren de celmembraan met behulp van blaasjes